Europese motorzaagstandaarden op komst

Werken met de motorzaag kan gevaarlijk zijn. Bijna iedereen die professioneel een motorzaag bedient, heeft daarom ergens wel een training gehad en afsluitend een certificaat ontvangen. Maar wat stelt dit certificaat voor, welke eindtermen (kennis en kunde) staan hier tegenover en hoe is de beoordeling gegaan?

In Nederland zijn er veel aanbieders van motorzaagtrainingen en certificeringen. Onderling blijken de verschillen groot. En niet alleen in Nederland, ook bij onze buren (België en Duitsland) zijn er geen eenduidige standaarden. Bovendien wordt je certificaat niet altijd begrepen in het buitenland en vice versa.

Daar gaat nu verandering in komen: het Europees zaagbewijs is op komst!
 

 

Het idee om te komen tot een Europees motorzaagbewijs is geboren tijdens een bosbouwcongres in Annecy (Frankrijk). Daar werd gesproken over veiligheid in deze sector en over de toenemende internationale mobiliteit van groenbedrijven. IPC Groene Ruimte en het Belgische Trainingsinstituut Inverde hebben daarna de handen ineengeslagen en een congres over dit thema in Brussel georganiseerd. En wat bleek: een overweldigende opkomst van maar liefst 14 landen. Er kwamen organisaties vanuit certificeringsinstituten, kenniscentra, trainingsorganisaties en landelijke arbodiensten. Onder supervisie van diverse Europese brancheorganisaties zoals de ENFE (European Network of Forestry Entrepreneurs), EAC (European Arboriculture Council) en EDUFOREST (International forestry training centres) zijn sinds 2008 een groot aantal zaken in gang gezet.

Vier ECS-niveaus
Onder leiding van de Engelse certificeringspartner City & Guilds is een inventarisatie uitgevoerd van alle nationale standaarden in Europa. Vanuit die inventarisatie is consensus bereikt over de inhoud van de volgende vier ECS (European Chainsaw Standards)-niveaus:

• ECS 1: onderhoud en het korten van hout
• ECS 2: het vellen van eenvoudige bomen
• ECS 3: moeilijk te vellen bomen
• ECS 4: stormhout/hout onder spanning

Elk land kan nu zijn eigen certificaateisen vergelijken met die van de Europese niveaus. Met een Europees logo op een landelijk certificaat kan uiteindelijk een onderlinge vergelijking worden gemaakt. Dit zal de herkenbaarheid van gekwalificeerde gebruikers vergroten. Verder is de verwachting dat de veiligheid wordt vergroot en dat Europese ongevallen worden verminderd.

Europese vaardigheidsstandaarden
Maar zo’n logo krijg je niet zomaar, daarvoor moet wel wat gebeuren. Het project dat dankzij het Europese subsidieprogramma ‘Lifelong Learning Programme’ succesvol verder kon gaan, heeft daarvoor een organisatie opgericht die de kwaliteit gaat bewaken.

In juni 2012 is officieel EFESC opgericht. EFESC staat voor European Forestry and Environmental Skills Council. Het is een vereniging met als doel het ontwikkelen en monitoren van Europese vaardigheidsstandaarden, met name voor risicovolle werkzaamheden. Het eerste product dat onder de vlag van EFESC ontwikkeld gaat worden is het Europees motorzaagcertificaat.

EFESC heeft een format ontworpen hoe de standaarden te managen en de kwaliteit daarvan te controleren.

 

 

Kwaliteitsbewaking door nationaal agentschap
Alleen geaccrediteerde trainingsinstituten die werken met geaccrediteerde examinatoren mogen het EFESC/ECC-logo op het certificaat zetten. EFESC heeft criteria opgesteld om tot deze accreditatie te komen. Het zijn de nationale agentschappen die de kwaliteit in elk land bewaken. Elk land kent één zogenaamde Nationaal Agentschap.

IPC Groene Ruimte is door EFESC gevraagd om de kwaliteitsbewaking in Nederland te coördineren. In Duitsland zal KWF deze coördinatierol op zich nemen, City & Guilds zal dat doen in Groot-Brittannië en het instituut ‘la Bastide des Jourdans’ in Frankrijk, om er maar een paar te noemen.

Training en examinering zullen worden gescheiden. Apart opgeleide examinatoren zullen beoordelen of de deelnemer voldoet aan de normen die staan voor elk ECC-niveau. IPC bekijkt op dit moment met een stuurgroep hoe deze certificering binnen Nederland vorm moet krijgen. Binnen deze stuurgroep zijn motorzaagopleiders en brancheverenigingen als AVIH en het bosschap vertegenwoordigd. Deze brede vertegenwoordiging uit de branche geeft aan dat er vraag en draagvlak is voor deze uniforme, Europese certificering.

De standaarden zijn verfijnd door motorzaagtrainers uit verschillende landen, zoals Spanje, Duitsland, Oostenrijk, Ierland, Groot-Brittannië, Denemarken, België en natuurlijk Nederland. De ECC-standaarden bevinden zich in de laatste fase en worden dit jaar voorgelegd ter goedkeuring aan de Standard Board en de raad van het bestuur van EFESC. In de raad zitten leden van Europese organisaties, zoals Europese bosbouwonderwijsorganisaties, nationale arbodiensten en de nationale Agentschappen.

De relatie boomverzorgers - EAC
De EAC doet baanbrekend werk in boomverzorging en heeft ook standaarden voor boomverzorgers ontwikkeld. Het ETW (European Tree Worker) - en ETT (European Tree Technician)- programma is een geweldig succes en heeft een enorme impact in werktechnieken, veiligheid en mobiliteit van boomverzorgers in veel landen.

Een motorzaagcertificaat is een vereiste om in te kunnen stappen in het ETW-certificeringsprogramma. Ook de EAC erkent dat er geen eenduidige motorzaagstandaarden zijn en juist hiermee kan het EAC-certificaat worden versterkt. In het gehele EFESC-traject wordt de EAC vertegenwoordigd door Willem van Delft van IPC Groene Ruimte.
Inmiddels hebben de EAC en EFESC de intentie om een MOU (Memorandum Of Understanding) te tekenen. Dit houdt in dat de EAC samen met EFESC de certificering gaat gebruiken om de veiligheid in de boomverzorgingsbranche door heel Europa te vergroten. Concreet betekent dit dat de EAC de ECC-certificering als toelatingseis voor het ETW-examen wil gaan gebruiken.

De praktijk
Wat betekent dit nu in de praktijk? Een ECC-logo op het behaalde certificaat moet duidelijkheid, niveau en kwaliteit van de motorzaaggebruiker garanderen. Het geeft aan dat je volgens bepaalde vaststaande criteria bent beoordeeld en dat je zo’n papiertje niet zomaar hebt gekregen. Bovendien kun je hiermee makkelijker in het buitenland werken, omdat men ook daar weet waar zo’n logo voor staat.

Meer informatie?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:

Roland Tromp, trainer en adviseur Boomverzorging en Gewasbescherming
r.tromp@ipcgroen.nl

Of met één van onze opleidingsadviseurs:

Lisette Obbes
E: l.obbes@ipcgroen.nl
M: 06 - 21 23 40 22

Larissa Koops
E: l.koops@ipcgroen.nl
M: 06 21 23 40 28

Deel deze pagina