De Gedragscode Soortbescherming voor gemeenten is sinds december 2020 van kracht en vervangt de in 2011 goedgekeurde, Stadswerk gedragscode Ruimtelijke ontwikkeling of inrichting én de in 2014 goedgekeurde Stadswerk gedragscode Bestendig beheer of onderhoud groenvoorzieningen.
Deze gedragscode is van toepassing op planvorming, voorbereidende en uitvoerende werkzaamheden op locaties met wettelijk beschermde soorten. De werkzaamheden worden door gemeenten of in opdracht van gemeenten gerealiseerd. De gedragscode geeft invulling aan aantoonbaar zorgvuldig handelen.
Het betreft een uitwerking van het onderdeel soortbescherming van de Wet natuurbescherming. Centraal hierin staat: behoud en herstel van biodiversiteit.
Werkzaamheden kunnen tot gevolg hebben dat individuele planten en dieren en bepaalde rust- en voortplantingsplaatsen negatieve effecten ondervinden. Door te handelen volgens deze gedragscode, worden negatieve effecten op (lokale) populaties van beschermde dieren en planten inzichtelijk gemaakt en voorkomen of beperkt. Daarvoor wordt er met deze gedragscode een degelijke procedure doorlopen vanaf de voorbereiding tot en met de realisatie en wordt biodiversiteit aantoonbaar behouden.
Tevens biedt de gedragscode handvatten om herstel en ontwikkeling van biodiversiteit op basis van gunstige staat van instandhouding integraal (omgevingswet proof) uit te werken.
Bekijk hier de meest gestelde vragen en antwoorden over de Gedragscode Soortbescherming in het artikel van Marieke Teunissen, Ronny Sprong en Rob Borst