Het product is toegevoegd aan uw winkelwagen!

Naar winkelwagen Verder winkelen

Helaas, het product is niet meer beschikbaar.

Sluiten

Hoe biodivers is uw ruimte eigenlijk?

04 mei 2021

bron: NWST 
auteur: Heidi Peters


IPC Groene Ruimte ontwikkelde samen met het beheerplatform iASSET een biodiversiteitapp waarmee de biodiversiteit in een gebied eenvoudig in kaart kan worden gebracht. Deze app wordt behandeld tijdens de tweedaagse training Biodiversiteit in de praktijk. 'De training heb je nodig om de app te kunnen gebruiken.'
 

 

Eddy Schabbink: 'Investeren in biodiversiteit verdient zich ruimschoots terug.'
Eddy Schabbink: 'Investeren in biodiversiteit verdient zich ruimschoots terug.'
 

‘Voedsel, vocht, veiligheid en voortplanting, dat zijn de vier V’s van de ecologie’, vertelt Eddy Schabbink van IPC Groen. Soms wordt er nog een vijfde V genoemd: die van verbinding. ‘Tijdens de training kijken we vooral naar de vier V’s die voor de fauna van belang zijn. Laten we het eens bekijken vanuit onszelf: hebben we eten in onze kast, komt er water uit onze kraan, hebben we een dak boven ons hoofd en hebben we een vriendje of vriendinnetje? Iedereen kan hier doorgaans positief op antwoorden. Maar kijk nu eens naar buiten: is dit ook zo goed geregeld voor de fauna en alles wat daar leeft? Dan zul je zien dat de situatie buiten vaak heel slecht is. Een goed voorbeeld is de eikenprocessierups. In de buurt van deze rups komen geen natuurlijke bestrijders, zoals bijvoorbeeld de koolmees, omdat daar slechts een korte periode per jaar voedsel voor is: de rups. Aan de andere voorwaarden wordt helemaal niet of niet helemaal voldaan. Is er een veilige schuilplaats, is er altijd voedsel, is er vocht? Nee, nee en misschien. Dus je kunt zoveel nestkastjes ophangen als je wilt, maar er wordt niet aan de V’s voldaan, dus de vogel gaat daar niet wonen.’

'De natuur redt het prima zonder ons'

Monocultuur
'Het bodemleven verdwijnt ook, bijvoorbeeld door mestinjecties', legt Schabbink uit. 'Wij injecteren heel veel mest in een monocultuur van gras, waardoor het bodemleven achteruitholt, voor zover dat er nog was. Vind je het gek dat er dan geen weidevogels zijn? Er valt niets te halen. Die laatste weidevogel wordt vervolgens te pakken genomen door een vos en dan krijgt de vos ook nog de schuld. Maar het is niet de schuld van dit dier dat er geen weidevogels zijn. De ruimte voldoet niet aan de V's. Je moet zorgen dat de basis voor de leefgebieden van weidevogels op orde is. Dat betekent bijvoorbeeld meer kruiden, meer schuilplaatsen, meer structuurvariatie en ga maar door. Dan is er geen sprake meer van een monocultuur, maar van een dynamische, gevarieerde omgeving, waarin de biodiversiteit sterk verbetert en weer gezondheid en veerkracht aanwezig is. "Bio" betekent leven en "diversiteit" betekent variatie, afwisseling, verscheidenheid. Hoe groter de verscheidenheid aan levensvormen (planten, dieren, insecten) in een leefgebied, hoe veerkrachtiger de omgeving is. Als je daarop gaat sturen en je terrein daarop inricht, heb je lang niet meer zoveel plagen.'
 

Terug naar de basis
Om de biodiversiteit van een gebied in kaart te brengen, worden methodes ingezet zoals het tellen van vogels, vlinders en insecten. Volgens Schabbink is dit een tijdrovende methode. ‘Met de biodiversiteitmeetlat gaan we terug naar de basis. Wat is er nodig? Hoe kun je daaraan voldoen, of wordt er al aan voldaan? Wordt er aan alle vier V’s voldaan, dus genoeg voedsel, vocht, veiligheid en de mogelijkheid tot voortplanting, dan leg je de basis voor resultaat. Laat de natuur in zekere zin maar haar gang gaan. Kijk wat er nodig is en láát het vervolgens. De natuur redt het prima zonder ons.’

'Als het gebied voldoet aan de vier V's, dan komt het goed'

Schabbink geeft nog een voorbeeld: ‘Ik was in een gemeente waar op een bepaalde plaats het gras niet goed groeide. Er kwamen wel spontaan en massaal kruiden op. Gezien de zanderige, ietwat zure en droge grond heel logisch want dit zijn niet de ideale omstandigheden voor gras. Dus ik stelde voor om de kruiden, de vegetatie die er van nature groeit, te laten groeien, eventueel een wandelpad erdoorheen te maaien en klaar. Die kruiden zijn planten die er horen; ook nieuw gras zal het niet redden. Dan hoor ik: dat kan niet, want er staat gazon gepland voor dit gebied. We maken het onszelf op die manier wel erg lastig en kostbaar. In Friesland is de veronderstelling vaak dat het goed gaat met de natuur, omdat er veel roofvogels zijn. Waarom zijn die er? Omdat er veel muizen zijn. Waarom zijn die muizen er? Omdat er velden vol staan met Engels raaigras en op de wortels zijn muizen gek. Dus waar hebben we het over als we zeggen dat het goed gaat met de natuur in Friesland? Over gras, muizen en roofvogels. Het gaat dus niet goed. Het is opnieuw een monocultuur en dat is een gevaarlijke situatie voor plagen en ziektes, want er zit totaal geen veerkracht en dynamiek in de omgeving. Het is superlink, maar we zien het niet. Hedera wordt geknipt in september, want dat staat in het plan. Maar in oktober gaat hij bloeien. Laat hem alsjeblieft bloeien! Er komen besjes in; daar worden de vogels blij van. Als je wilt snoeien, doe dat dan in het voorjaar.’

Biodiversiteit in de praktijk
'Biodiversiteit zegt ook iets over genetische variatie. Dat zie je bijvoorbeeld aan de essentaksterfte. Onder essen zijn heel veel gekloonde soorten, waardoor er geen genetische diversiteit meer is. Als er een ziekte heerst, zie je de bomen achter elkaar ziek worden. Dus het is goed als ons bomenbestand bestaat uit soorten met een grote genetische diversiteit. Bomen van dezelfde soort zullen er dan niet allemaal hetzelfde uitzien, maar juist dat tekent de diversiteit en de veerkracht. Een grotere biodiversiteit, ook op dat vlak, geeft veel meer veerkracht en gezondheid in het systeem. Daar gaat de opleiding met de bijbehorende app over.'

Als men het heeft over biodiversiteit, gaat het ook vaak over hoge kosten, zeg Schabbink. 'Maar dat klopt niet. Een goede bodem neemt veel beter water op en houdt ook meer water vast. 's Zomers wordt het water dan beter vastgehouden en 's winters is er veel minder plasvorming, omdat de bodem het water beter kan binden. Als je werkt aan de biodiversiteit, kun je ook beter dingen doen in het kader van klimaatadaptatie. De plaagbestrijding gaat er dan op vooruit, of het nu gaat om de buxusmot, de eikenprocessierups of iets anders. Ook de voedselkwaliteit wordt hoger. Kortom, je gezondheid wordt bepaald door je leefomgeving, en de gezondheid daarvan wordt bepaald door de biodiversiteit.'
 


Het herstellen van de biodiversiteit lukt niet door een of twee jaar niet te snoeien, gefaseerd te maaien of een kruiden-bloemmengsel in te zaaien, zegt Schabbink. ‘Er is een scala aan structurele veranderingen nodig ten opzichte van ons huidige beheer en de inrichting. Dit kost tijd; biodiversiteit kun je niet in- of uitschakelen. Een periode van tien jaar is in dat kader in een flits voorbij.’

Over de app vertelt Schabbink: ‘De vragen in de app gaan in op vier hoofdthema’s. Ten eerste structuurvariatie en gebied specifieke beplanting. Als tweede vragen over gradiënten en water. Thema 3 en 4 stelt vragen over diverse soorten beplanting en de aanwezigheid van schuilplaatsen zoals dakpannen of blad dat blijft liggen.’ Met de opgedane kennis zijn de vragen eenvoudig te beantwoorden en ontstaat er een momentopname van de diversiteit in een specifiek gebied. Zo kan een gebiedsverantwoordelijke de gestelde doelen voor een wijk of een industrieterrein monitoren. De gebruiker legt een gebied vast en in de loop der jaren wordt er een historie opgebouwd van de metingen. ‘Je moet wel een logisch gebied kiezen’, adviseert Schabbink. ‘Ligt een industriegebied naast een park, dan moet je ze apart in kaart brengen; anders worden de punten verdeeld en krijg je geen juist beeld. Een gebied mag best groot zijn, als het maar bij elkaar past. Investeren in biodiversiteit verdient zich ruimschoots terug.’

'Met de kennis van de training en de vragen in de app kun je eenvoudig de status van de biodiversiteit vastleggen'

Ambities op strategisch niveau
Tijdens de training Biodiversiteit in de praktijk leren de deelnemers onder andere de basisprincipes van natuurlijke processen te herkennen en te benutten. Schabbink: 'In de vervolgopleiding die we momenteel ontwikkelen, gaan we een stap verder. Daarin benadrukken we het grote belang van het vastleggen van doelen. Zijn de ambities op strategisch niveau helder? En liggen ze strategisch gezien ook overal vast, zoals in verordeningen? Want zonder verordeningen heb je geen stok achter de deur. We starten met het vaststellen van ambities op strategisch niveau, vervolgens van de doelen die daaruit voortvloeien op tactisch niveau en daarna de bijbehorende uitvoering. We ontwikkelen deze opleiding voor ontwerpers, bestekschrijvers, beleidsmedewerkers, juristen, medewerkers ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, projectleiders, uitvoerders et cetera, passend bij de functie. Provincies, gemeentes, waterschappen, waterleidingbedrijven, aannemers in de bouw, groen en infra, woningcorporaties en allerlei andere organisaties hebben allemaal een rol in de verbetering van de biodiversiteit. Mensen met belangstelling voor groen en natuur zijn uiteraard ook van harte welkom.'
 

Schuilplaatsen zijn belangrijk voor het creëren en behouden van diversiteit.
Schuilplaatsen zijn belangrijk voor het creëren en behouden van diversiteit.

Deel deze pagina

Terug naar overzicht
Meer informatie? Neem contact met ons op Contact

Waarom IPC?

Bezoekadres

Koningsweg 35,
6816 TG Arnhem

Postadres

Postbus 393,
6800 AJ Arnhem

Iedere werkdag geopend van 08:00 tot 17:00 uur.

Telefoon 026 35 50 100
Fax 026 44 55 629
Email info@ipcgroen.nl